• 30 jaar expertise in water
  • Betrouwbare kwaliteit
  • Innovatieve oplossingen
  • Uitstekende service

04 september 2023

Regenwater opvangen, hergebruiken en infiltreren wordt vanaf 2 oktober de norm in Vlaanderen

De Vlaamse regering keurde eerder dit jaar de nieuwe hemelwaterverordening goed. Vanaf 2 oktober kan je er niet meer omheen: regenwater opvangen, hergebruiken en infiltreren wordt vanaf dan de standaard. En niet enkel voor nieuwbouw, sloop en heropbouw of uitbreidingen groter dan 40 m².
De eerste verordening dateert van 2004, de tweede van 2013. De nieuwe hemelwaterverordening komt dus tien jaar later, maar toch lopen we al voorop in vergelijking met onze buurlanden. De tijd moest ook rijp zijn om te kunnen verstrengen. Want het algemene toepassingsgebied is nu grondig gewijzigd. Voorheen moest je enkel aan de verordening voldoen bij nieuwbouw, bij sloop en heropbouw of bij een uitbreiding die groter was dan 40 m². Nu is dat ongeacht de oppervlakte. Maar nog veel belangrijker: verbouwingen vallen nu ook onder de nieuwe verordening en dat is een wezenlijk verschil. Veel meer woningen gaan een hemelwaterput moeten voorzien.
 
Wat betekent de nieuwe hemelwaterverordening concreet voor verbouwers?
De opvang van regenwater is uitgebreider en specifieker gemaakt volgens het type van gebouw: eengezinswoning, meergezinswoning of ander type van gebouw. In de verordening van 2013 moest er voor eengezinswoningen een put van minstens 5.000 liter voorzien worden.“Nu bepaalt het dakoppervlak van de woning de grootte van de regenwaterput. Hoe groter je dak, hoe meer regenwater je kan opvangen. Voor een dakoppervlakte kleiner dan 80 m² moet je een put van minstens 5.000 liter voorzien. Is je dakoppervlakte tussen 80 en 120 m², dan heb je een put van 7.500 liter nodig. Voor een dak van 120 tot 200 m² voorzie je een inhoud van minstens 10.000 liter. Is je dak groter dan 200 m², dan moet je 100 liter/m² opvangen. Is je dak dus 205 m² groot, dan is een regenwaterput van 20.500 liter verplicht. Tenzij uit de aanvraag blijkt dat de gebruiksmogelijkheden niet in verhouding zijn met het vastgelegde volume. Je moet het water dat je opvangt ook hergebruiken. Wat je niet kan opvangen moet wel geïnfiltreerd worden.
 
Geldt dat ook voor appartementen? Want daar zit je meestal met een beperkt dakoppervlakte, maar wel met meer hergebruikers?
Ook bij appartementen is er een belangrijke wijziging doorgevoerd. Het is daar niet altijd zinvol om alle wooneenheden aan te sluiten op de regenwaterput. Nu is de regel dat er een put moet zijn met een volume van minstens 100 liter/m² dakoppervlakte. Per overschreden schijf van 5.000 liter moet er verplicht minstens een appartement aangesloten zijn. Bij hoogbouw zullen dat er niet zoveel zijn. Bij lage appartementsgebouwen, zullen dat meer appartementen zijn, afhankelijk van het dakoppervlak van het gebouw.
 
Wat bij verbouwingen waarvoor geen bouwaanvraag wordt ingediend? Ontspringen die de dans?
De verordening staat los van het feit of je al dan niet een bouwaanvraag indient. Verbouwingen zonder bouwaanvraag moeten ook aan de verordening voldoen. Er is wel een belangrijke voorwaarde. Je moet er enkel aan voldoen als er zowel aan de riolering van het afvalwater als aan de riolering van het hemelwater gewerkt wordt. Het geldt bovendien enkel voor totaalrenovaties, niet voor punctuele ingrepen. Plaats je bijvoorbeeld een nieuwe badkamer en een nieuw dak, dan ben je niet onderhevig.
Waar de grens uiteindelijk getrokken wordt, zal door de gemeente bepaald moeten worden. Zoals bij elke regelgeving is ook hier een grijze zone mogelijk. Maar los daarvan zal iedereen die een bouwaanvraag indient vanaf 2 oktober of waarvan de renovatiewerken dan starten, moeten voldoen aan de nieuwe hemelwaterverordening.
 
Is er iets veranderd aan de manier waarop we het hemelwater moeten hergebruiken?
Absoluut, vroeger was één aftappunt verplicht. Dat was dan meestal het buitenkraantje waarmee je de planten water kan geven. Heel wat regenwater stroomde dus zomaar in de riolering. Nu moet je verplicht je toilet, je wasmachine, je kraantje voor poetswater en je buitenkraan voorzien van regenwater. Bij nieuwbouw was dat al standaard; bij uitbreidingen werd dit minder toegepast omdat het niet verplicht was om een hemelwaterput te plaatsen. Nu is dat wel het geval.
Stel, je breidt je leefruimte uit en bouwt een grote veranda. Dan is het niet evident om je bestaande toilet, dat zich in de hal bevindt, en je wasmachine, die zich in de bijkeuken bevindt, aan te sluiten op de regenwaterput. Daarom geldt de verplichting enkel als je leidingen moet aanleggen onder (een deel van) het gebouw dat verbouwd wordt.
 
Heb je nog een propere was als je moet wassen met regenwater?
Regenwater is beter dan kraantjeswater, want het bevat minder kalk en dat is gunstig voor de levensduur van je wasmachine. In een betonnen regenwaterput groeien bacteriën die het water gezond houden. Uiteraard moet je een goede filterinstallatie hebben die je - samen met je put - regelmatig onderhoudt. We raden altijd aan om een betonnen regenwaterput te plaatsen, tenzij het niet anders kan. Soms is een kunststoffen put de enige optie. Zo’n put weegt minder, bestaat in alle vormen en maten en kan zelfs door de woning gedragen worden als je tuin niet of moeilijk bereikbaar is.
Bij een groendak kleurt het water gemakkelijk bruin door het substraat van je groendak. Een actieve koolfilter kan het water ontkleuren, maar die is redelijk duur in verbruik. Daarom dat het bij groendaken niet verplicht is om je regenwater op te vangen. Infiltratie is bij een groendak voldoende, maar neemt niet weg dat je toch een put kan voorzien. Al kan je het water dan beter enkel gebruiken om je toilet te spoelen, niet om de was te doen.
 
Je haalt meteen een volgende punt aan: regenwaterinfiltratie. Wat is er op dat gebied gewijzigd in de nieuwe hemelwaterverordening?
Vroeger werd er meestal een ondergrondse waterinfiltratie voorzien. Dat waren dan kratten, buizen of putten onder de grond. Dat is nu verboden. De infiltratie moet bovengronds zijn. Dat brengt een aantal voordelen met zich mee. Zo is een bovengrondse installatie makkelijker te inspecteren, een ondergronds infiltratiesysteem kan enkel met een camera nagezien worden. Het onderhoud is ook veel eenvoudiger. Ondergronds kan het systeem dichtslibben, maar dat zie je niet. Bovengronds kan de infiltratiezone overwoekeren, maar dat is visueel zichtbaarder en veel eenvoudiger om aan te pakken.
Tot slot heb je nog het ecologische aspect, waarbij een groene aanleg veel interessanter is dan een ondergrondse aanleg. Ook hier is een uitzondering mogelijk. Kan je omwille van technische redenen geen bovengrondse infiltratiezone voorzien, dan kan je een uitzondering aanvragen om er eentje ondergronds aan te leggen. Maar de Vlaamse overheid geeft nu al aan dat ze zeer spaarzaam zullen omgaan met het toekennen van uitzonderingen.
 
Hoe ziet zo’n infiltratiezone eruit?
Je gaat een stuk van je tuin afgraven. Dat kan ofwel heel ondiep, zodat je een kom creëert, of dieper, zodat je een bekken of gracht krijgt. Het principe is altijd hetzelfde: je graaft een stukje af en voorziet planten die tegen water kunnen. Goede planten hiervoor zijn oeverplanten, irissen, bepaalde grassoorten. De overloop van je regenwaterput wordt dan afgevoerd naar die plantenzone, zodat het water daar langzaam in de grond kan dringen.
Heb je een moeilijk doordringbare grond, dan kan je een wadi aanleggen. Belangrijk is wel dat je telkens rekening houdt met het hoogteverschil. Zit je overloop van je put lager dan je plantenzone, dan zal het water niet afwateren.
 
Hoe groot moet je regenwaterinfiltratie zijn?
In de nieuwe verordening is de infiltratieoppervlakte verstrengd. Ging je vroeger uitbreiden, dan moest je de oppervlakte van je uitbreiding verdubbelen. Nu moet je die oppervlakte maal drie doen. Stel: je breidt het dak van je woning uit met 50 m², dan moet je dus een dakoppervlakte van 150 m² voorzien voor regenwaterinfiltratie. Daarbij moet je ook nog het nieuwe verhardingsoppervlakte tellen.”
Het komt erop neer dat de infiltratieoppervlakte nu 8% is van je dakoppervlakte en verharding in plaats van 4%. Waterdoorlatende verhardingen moet je niet meetellen in het totale oppervlak. Maar dan moeten ze wel een helling hebben van minder dan 2%.
 
Bron: HLN
 

Meer interessante nieuwsberichten

Johan Bel - werkplaats MWF

Mijn Waterfabriek loopt met innovatieve filtertechnieken voorop in de watertransitie

20 december 2024

Johan Bel had al vroeg in de gaten dat waterbeheer en drinkwaterschaarste belangrijke thema’s van de toekomst zouden worden. Maar toen hij in 2014 Mijn Waterfabriek oprichtte, was deze problematiek in Nederland nog geen breed gedragen thema. Met innovatieve technieken, een sterke visie en zijn gedrevenheid om maatschappelijke impact te maken ontwikkelde Johan oplossingen voor de toekomstige waterproblematiek. Inmiddels is Mijn Waterfabriek een bloeiend bedrijf dat circulaire en klimaatbestendige watersystemen levert om regenwater her te gebruiken en daarmee het drinkwatergebruik substantieel te verminderen. Zijn verhaal is niet alleen inspirerend, maar ook een oproep aan overheden, bedrijven en mensen om bewuster met water om te gaan.
Kerst

Kerstvakantie

17 december 2024

Rondom de feestdagen zijn we gesloten van 23 december t/m 1 januari. We wensen iedereen plezierige dagen toe.
KIWA

Comfort systeem MWF CS20 voorzien van KIWA-keur

12 december 2024

Het Comfort systeem MWF CS20 is nu ook voorzien van KIWA-keur conform de KIWA-beoordelingsrichtlijn BRL-K14011/01 en NEN-EN 1717:2000. De juiste bescherming van het drinkwaternet is een noodzakelijke voorwaarde voor toepassing van regenwatersystemen in de bouw en die wordt hiermee bevestigd.
Bouwtafel Waterzuinige Wijken

Bouwtafel concludeert: Waterzuinig bouwen geen verduurzaming, maar noodzakelijke voorwaarde

12 december 2024

De eerste resultaten uit de Bouwtafel Waterzuinige Wijken gaan in de praktijk verkend en toegepast worden. Onder de vlag van de Bouwtafel Waterzuinige Wijken werken 45 partners – waaronder gemeenten, ontwikkelaars, woningcorporaties, provincies en drinkwaterbedrijven – samen om waterzuinige woonwijken grootschalig in de praktijk toe te passen. Deze samenwerking is een antwoord op de toenemende vraag naar drinkwater door klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische ontwikkeling. Het doel: waterzuinig bouwen als nationale standaard in bouwprojecten.