Hoeveel regenwater valt er eigenlijk in Nederland?

  • 30 jaar expertise in water
  • Betrouwbare kwaliteit
  • Innovatieve oplossingen
  • Uitstekende service
Terug naar overzicht

Hoeveel regenwater valt er eigenlijk in Nederland?

De jaarlijkse neerslaghoeveelheid in Nederland is in de periode 1910-2022 gelijkmatig gestegen van 694 naar 875 millimeter. Dit is een toename van 26% in 113 jaar. De neerslaghoeveelheden per seizoen vertonen iets afwijkende patronen, namelijk versneld stijgend in de winter, gelijkmatig stijgend in de zomer en de herfst, en min of meer constant in de lente. De grootste stijging vindt plaats in de wintermaanden, namelijk met 46% over de periode 1910-2022. Voor de zomer en herfst bedragen de toenames 16% en 18%.

De neerslagcijfers zijn gemiddeld over 102 stations met een goede spreiding over Nederland. De totale hoeveelheid neerslag varieert sterk van jaar op jaar. De droogste jaren in de recente decennia waren 2003 en 2018 (met respectievelijk 683 mm en 679 mm). In 2023 was het neerslagvolume uitzonderlijk hoog met 1.060 mm.

Door de opwarming van de aarde en de zee, de overheersende windrichting en de luchtvochtigheid neemt ook het aantal piekbuien sterk toe. Het gemiddeld aantal dagen met meer dan 20mm neerslag varieert sterk van jaar tot jaar: van 1,1 tot aan 7,5 dagen. De trend in de jaarlijkse data vertoont een sterke, statistisch significante stijging: van 2,6 dagen in 1910 naar 4,7 in 2022. Daarmee laat de trendanalyse zien dat het aantal dagen met meer dan 20mm neerslag is toegenomen met 80% over de periode 1910-2022. Deze toename is sterk statistisch significant.            

Neerslag in de toekomst

In de KNMI klimaatscenario’s van 2023 zijn de laatste inzichten van het internationale klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) verwerkt. Hieruit blijkt dat het jaarlijkse totale neerslagvolume de komende 50 jaar niet tot nauwelijks zal veranderen, maar dat de verdeling sterk zal verschuiven. Zo zullen er nattere winters en drogere zomers ontstaan. Ook zullen de periodes van droogte in de zomers langer worden, en de lichte ‘zomerse buien’ verdwijnen en plaats maken voor wolkbreuken. Doordat de hevige zomerse buien op hardere grond plaatsvinden kan natuurlijke infiltratie moeilijker plaatsvinden en is de noodzaak tot gedwongen infiltratie of buffercapaciteit groter.